Een ervaring

12 June 2022 - Preek - Hervormde Gemeente Oost

Dat een mossel het zeewater filtert, dat wist ik al. Maar de afgelopen tijd leerde ik door Stef zijn Waddenorgel dat een mossel bovendien sneller waterverontreiniging kan herkennen dan de meeste instrumenten die door mensen hiervoor gemaakt zijn. Ongetwijfeld weet ik nog veel meer niet.

Hier in de kerk zijn we inmiddels al meer dan honderd jaar gewend aan het orgelspel van organisten, die tot eergisteren zonder uitzondering allemaal menselijk waren. Organisten met twee armen en twee benen. Op de een of andere manier leken ze en lijkt ook onze huidige organist sterk op hoe ik of hoe jij eruit ziet. Dus daar kijken we meestal niet van op. Maar deze dagen is er ook opeens een ander wezen, een niet menselijk wezen, dat eenvoudigweg door de manier waarop het leeft een orgel bespeelt. Deze orgelklanken maken ons ervan bewust dat ergens in de Waddenzee, vlakbij de Betonning, een ander wezen aan het leven is, aan het ademen en waarvan het hart klopt. Een wezen dat deel uitmaakt van talloze andere, ontelbaar veel levende wezens, die net als wij op aarde leven. Wezens waar we ons soms helemaal niet bewust van zijn, of waaraan we niet gewend zijn om aandacht geven.



Als u zo meteen weer naar huis gaat en ze vragen wat u mee gemaakt heeft en u dan zegt dat u een mossel orgel hebt horen spelen, zullen ze u niet geloven, terwijl u weet dat u de waarheid spreekt.

In de Schriftlezing uit het Bijbelboek Job gebeurt iets wat hiermee samenhangt. Job heeft te maken met veel pech in zijn leven. Hij vraagt zich af hoe het kan dat hij zo hard en pijnlijk getroffen wordt. Is er dan helemaal geen rechtvaardigheid in deze wereld, vraagt hij zich af? Is er geen God die daar garant voor staat? Gelukkig zijn er ook vrienden die Job opzoeken, maar aan hen lijkt hij niet zoveel te hebben. Job zoekt een ander adres voor zijn al vragen en spreekt God zelf hierover aan. Job verwacht een antwoord, want dit kan toch niet zomaar? In hoofdstuk 40, aan het einde van het Bijbelboek, komt er uiteindelijk een reactie. Maar of het een antwoord is? Er wordt zoiets gezegd als: je kunt niet pretenderen dat je alles begrijpt met je verstand. Je verstand, je weet wel, dat instrument waarmee je de boel probeert te ordenen. Begrijpen heeft ook immers iets van in kaders zetten. Maar dat, suggereert het antwoord in het boek Job, maar dat heeft zeker een functie, maar het faalt als het gaat om zingeving uiteindelijk altijd. In het boek Job worden om dit duidelijk te maken twee dieren opgevoerd. Het zijn dieren die onmogelijk getemd kunnen worden. Mythische dieren zijn het. De eerste is de Behemoth. In onze vertaling wordt dit een nijlpaard genoemd, een dier dat ook gewoon al een enorme afmetingen heeft. Maar hier moet je je het voorstellen als een soort nijlpaard van werkelijk beangstigende afmetingen, enorm krachtig en volkomen onkwetsbaar. Iets verderop komen we de Leviathan tegen, in onze vertaling krokodil genoemd, maar de schrijver stelt zich meer een soort zeemonster voor van gigantische proporties. Waarschijnlijk had de schrijver van het boek Job zelf nog nooit een krokodil of een nijlpaard gezien, maar had hij ze van horen zeggen, kende hij ze uit verhalen, die langstrekkende reizigers vertelden. In de afbeelding op je liturgieblaadje komen we tenslotte nog een derde wezen tegen. Het is de vogel Ziz, ook al zo’n mythologisch wezen. De vogel was zo immens groot dat als hij in het midden van de oceaan stond het water tot z’n knieën kwam. Ziz was in het bezit van vleugels zo wijd, dat ze de zon zouden kunnen verduisteren. Een hint naar deze vogel kun je terugvinden in psalm 50 en psalm 80. Al deze wezens staan, kortom, voor wat wij met geen mogelijkheid onder controle hebben of onder controle kunnen krijgen. Waarmee we hier op het terrein van de zingeving en de godsdienst zijn aangekomen.

Eigenlijk waren we daar al, omdat we daartoe uitgenodigd waren door de weergave van het geluid van een mossel, te horen in een kerk, in deze kerk op het eiland Terschelling, een plek die aan alle kanten omgeven is door de zee. Overal zee. Je kunt dat zien als een soort religieuze ervaring. Overal water, je kunt hier alleen met de boot komen, waarmee we zeggen dat we gebruik maken van het leefgebied van de mossel om hier op Terschelling te komen en er weer vandaan te gaan. Het is een ervaring die gebruik maakt van wat we allemaal kunnen denken, maar die ook gebruik maakt van het diepe reservoir van religieuze symbolen en verhalen, die ons denken overstijgen. De symbolen en verhalen die ons helpen om dat meestal enigszins verwaarloosde aspect van het menselijk leven toch een plek te geven. Het kan je een gevoel van grootheid geven, maar ook van kleinheid, van ergens deel van uit te maken en van dit alles bij elkaar. Eigenlijk hoeft er niets spectaculairs te gebeuren om overweldigd te raken door een gevoel van onuitsprekelijke aanwezigheid. Een aanwezigheid die alles vervult en waarmee wij verbonden zijn. Niks spectaculairs, het kan zomaar gebeuren. We hoeven alleen maar aanwezig te zijn, open voor de wonderlijke overvloed van het leven, waardoor we altijd omringd zijn.

De taal van het boek Job met die Behemoth en die Leviathan en de taal van de traditie die eeuwen en eeuwen teruggaat, die verrijkt is door levens van de generaties die ermee geleefd hebben, die taal van de Bijbel en de traditie heeft een diepte die wij in ons eigen woorden nauwelijks kunnen bereiken. Als je geraakt wordt door het ademen van de mossel en door de hartslag ervan, besef je dat er een extra dimensie toegevoegd wordt aan je leven. Zo’n moment van geraakt worden is gewoonlijk van voorbijgaande aard, daar ben je je meestal wel van bewust. Dat is nu eenmaal zo, zeggen we dan. Terwijl in je hart misschien een verlangen woont dat trouw wil blijven aan zo’n bijzonder moment. Omdat je dat ervaart als een moment van dieper inzicht. Om dat moment te laten duren is het nodig om naar binnen te keren, jezelf weer te leren kennen en tegelijkertijd beter te kijken naar de wereld om ons heen. Aandachtig te kijken naar dat veelvoudige en eindeloos verschillende leven, waar we ook zelf deel vanuit maken. En met dit leven niet ruw of gewelddadig om te gaan.

Job 40 : 6 - 32