Licht en donker

8 May 2022 - Preek - Hervormde Gemeente Oost

In het evangelie zijn de reacties op wat Jezus doet en zegt opvallend genoeg nogal wisselend. Zelfs in de kring van Jezus’ eigen leerlingen zijn de meningen verdeeld. Daardoor laten de evangeliën ons zien dat ze geen heiligenverhaal proberen te vertellen. Het evangelie verwacht niet van lezers dat zij elke kritische reserve laten varen. En het evangelie verwacht ook niet van ons dat wij alleen maar vol bewondering kennis nemen van wat Jezus gezegd en gedaan heeft. Nee, de evangeliën laten ons weten dat Jezus al tijdens zijn leven met allerlei sterk wisselende reacties te maken heeft gehad. Reacties die ook in het evangelie terecht zijn gekomen. Vlak voorafgaand aan onze Schriftlezing bijvoorbeeld uit het evangelie van Johannes, kun je de volgende zinnen tegenkomen:

Opnieuw ontstond er verdeeldheid over wat Jezus zei. Veel mensen zeiden: ‘Hij is bezeten, hij is gek. Waarom luisteren jullie nog naar hem?’ Maar er waren anderen die zeiden: ‘Dit zijn niet de woorden van iemand die bezeten is. En een demon kan de ogen niet openen van blinden.’



Hé, de ogen openen. Je weet toch wel wat dat is? Wanneer doe je je ogen open? ’s Ochtends bijvoorbeeld als je wakker wordt. Je opent je ogen en je ziet de wereld waarin je leeft, bijvoorbeeld je slaapkamer of misschien even later het uitzicht uit je raam, of met wie je samen in bed ligt, je klokje om te kijken hoe laat het is. De wereld, de werkelijkheid dus die er ook al was, toen je ogen nog gesloten waren. Alleen, nu kun je het zien. Ook op een ander moment in de dag kan dat gebeuren, dat je ogen open gaan. Voor iets dat er al was, maar wat je nog niet onder ogen had gekregen, waarvoor je ogen nog niet geopend waren. Kijk nou eens, nu zie je het. Hoe is het mogelijk, kun je soms denken, hoe is het mogelijk, waarom heb ik niet eerder gezien! Het kan ook gebeuren dat iemand jou de ogen opent. Voor iets dat er is. Maar dat je tot dan toe, niet had gezien. Had je dat kunnen zien, misschien? Jezus is in elk geval iemand, vertellen de evangeliën, Jezus is iemand die blinden de ogen opent.  



Voor met name het evangelie van Johannes is dat bij uitstek wat Jezus aan het doen is. Jezus opent ons de ogen, zodat we kunnen gaan zien dat er een licht schijnt dat de wereld zichtbaar maakt, op een manier waarop we de wereld meestal niet zien, namelijk de wereld in haar relatie tot God. Jezus opent ons de ogen voor het geloof dat de werkelijkheid op een bepaalde manier ziet. Jezus opent onze ogen voor het geloof dat ons helpt om in die werkelijkheid te leven. De evangeliën laten ons kennismaken met de manier van kijken naar de wereld, de manier van kijken naar het leven, waarvoor Jezus in het evangelie onze ogen opent. Het is een manier om de diepte van de werkelijkheid te ontsluiten, ook de diepte van onze eigen realiteit. Die manier van kijken is vooral van belang voor mensen, die in nood zijn. Het is niet vreemd dus dat vooral deze mensen, die zich in het evangelie richten op Jezus. Door hun situatie zijn zij het, die beter dan anderen begrijpen dat je niet alleen op eigen kracht kunt leven. In hun oneindige nood keren deze mensen zich in het evangelie naar Jezus. In de sterke verwachting dat Jezus oneindige hulp geeft. Omdat Jezus hen ziet. Omdat hij hen laat weten dat ze geliefd zijn. Wanneer Jezus verweten wordt dat hij aan tafel zit met tollenaars en zondaars, zegt hij: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel.’  

Te midden van andere stemmen die angst verspreiden, te midden van stemmen die alsmaar meer aandacht van je vragen, van stemmen die van je eisen dat je eigenlijk dit zou moeten, stemmen die je advies geven dat je beter zus of zo, te midden van al deze stemmen in ons leven, is er volgens het evangelie ook de stem van de goede herder. De stem van de goede herder, die zegt: ‘Mijn schapen luisteren naar mijn stem, ik ken ze en ze volgen mij, en niemand zal ze ooit uit mijn hand roven.’ De stem zegt niet: je moet eerst dit of: doe eerst dat en misschien dan ben je goed genoeg om een van mijn schapen te zijn. De stem van de goede herder is de stem die zegt: je hoort al bij mij. De stem van Jezus is niet de stem die onderdrukt. De stem van Jezus is de stem die bevrijdt.



Het gaat er hierbij niet om dat het evangelie ons leert dat we onze gedachten vullen met bepaalde gelovige en vrome formules. Het is andersom: geloof kan een dimensie van eenvoud en diepte toevoegen aan ons begrip van de dingen en aan onze ervaringen. Dat is wat Jezus probeert te laten zien. Daarvoor worden onze ogen geopend.



Het was winter, schrijft Johannes. Het was de tijd van het feest van de tempelinwijding. Chanoeka heet dat feest. Het is het feest dat  viert dat, de tempel opnieuw geheiligd werd. Het is een feest dat altijd in de winter valt. Het is het feest van de vernieuwing, na een moeilijke tijd. Het is december, het is guur. De koude oostenwind die over de woestijn komt aanwaaien, bereikt ook Jeruzalem. Dat het fris is, kun je opmaken uit een gegeven dat een rol speelt in het verhaal. Dat is de plaats waar Jezus is. Johannes laat namelijk weten dat Jezus zich ophoudt in de zuilengang van Salomo. Deze gaanderij bevindt zich aan de oostkant van de tempel. Het is de enige plaats op het tempelplein, die beschutting biedt tegen de wind vanuit de woestijn. Daar, op die plaats hoort Jezus: Hoe lang houdt u ons nog in spanning. Als u de messias bent, zeg het ons dan ronduit.’ Jezus reageert daarop. ‘Dat heb ik jullie al gezegd, maar jullie geloven mij niet.’



Hier stuiten we op het verschijnsel dat ook al heeft iemand iets gezegd, waar je bij was, je dat toch nog gemist kunt hebben. Jezus spreekt namelijk over zichzelf op een beeldende, metaforische manier. ‘Ik ben het water, het levende water. Ik ben de deur, waardoor de schapen naar binnenkomen. Ik ben de wijnstok, de weg, de waarheid en het leven.’ En ga maar door. Het evangelie van Johannes staat vol met dit soort uitspraken. ‘Ik ben de goede herder.’ Is dat helder en duidelijk genoeg, voor de mensen die willen weten of Jezus te zien is als iemand die de wereld in een ander licht zet en alles nieuw maakt? Is spreken in beelden helder en duidelijk genoeg?



Het kan niet anders gezegd worden dan in beelden, in de taal van het hart. Ook Mozes was ooit schaapherder, die met zijn kudde zo ver voorbij het steppeland dwaalde, dat hij daar aan de rand van de woestijn een struikje zag branden. Het vuur laaide op, het struikje brandde, maar het werd toch niet verteerd. Mozes deed z’n sandalen uit en wilde dichterbij komen om te zien wat er aan de hand was, toen hij een stem hoorde, die zijn naam noemde. Kom niet dichterbij Mozes, want de grond waarop je staat is heilig. Mozes staat stil en bedekt zijn gezicht, omdat hij niet naar God durfde te kijken. Als Mozes niet meer verder kan, vraagt hij aan God, die aan al wat leeft de levensadem schenkt, om een nieuwe aanvoerder, zodat het volk niet wordt als een kudde zonder herder.



Dus als wij soms een glimp van het goede opvangen, een glimp van eeuwigheid, waardoor we beseffen er niet alleen voor te staan, dan staan we op heilige grond. God zien, dat is onmogelijk. Maar al tastend God zoeken, of openstaan voor de mogelijkheid dat God gezocht kan worden. Dat kan wel. Als onze ogen geopend worden, ervaren we een glimp van Gods aanwezigheid. In onze werkelijkheid, waar licht en donker, lijkt het wel, vechten om de voorrang. Als onze ogen geopend worden zien we dat het licht schijnt in de duisternis en dat de duisternis het licht niet in haar macht gekregen heeft.

Het zijn onder anderen deze woorden, waarmee het evangelie van Johannes haar eerste hoofdstuk opent. Over het licht dat schijnt in het donker. En over het licht dat gewonnen heeft van het donker. Voor deze manier van kijken opent Jezus ons de ogen.




Numeri 27, 12 - 23 en Johannes 10, 22 - 30