Visualiseren

4 December 2022 - Preek - Hervormde Gemeente Oost

De profeet Jesaja beschrijft hoe er dan toch nog iemand zal komen. Iemand die zal handelen in de geest van de Eeuwige. Een nakomeling van David is het. Niet noodzakelijk een erfgenaam via de bloedlijn, maar iemand die uit het juiste hout gesneden is. Luister maar. ‘Uit de stronk van Isaï, zegt de profeet, daarmee verwijzend naar de vader van David, die Isaï heette. Toch nog, onverwacht zal hij daar zijn, die nakomeling. De profeet visualiseert, alsof hij een topsporter is, zo’n takje, dat je opeens ziet uitspruiten aan een boom, die afgezaagd werd. Toch nog, denk je als je dat prille begin ziet. Als je ziet hoe zo’n takje heel voorzichtig groene blaadjes begint te ontwikkelen. Je moest er lang op wachten, zolang, dat je dacht dat de stronk niet meer uit zou komen, maar kijk nou eens!



Iemand die zal handelen in de geest van het evangelie, zei ik. Maar wat betekent dat? Dit betekent dat daar eindelijk iemand is die als hij zal oordelen niet af zal gaan op uiterlijkheden. Want zijn oordeel is niet gebaseerd op uiterlijke schijn. Waar je dan aan moet denken? Je zou kunnen denken aan die andere profeet, aan Samuël, die een nieuw koning uit moest zoeken voor Israël. De allereerste koning was ontspoord. Deze eerste koning was zo iemand geweest met een imponerende lengte. Een echte koning, denk je dan. Maar het was toch niet goed gegaan. Lichaamslengte zegt niks. Toen Samuël op weg gegaan was naar de zonen van Isaï, die er een heel stel had en toen het oog van Samuël meteen gevallen was op één van die zonen. Het was Eliab. ‘Dat zal vast degene zijn die God wil zalven,’ dacht de profeet. Maar God zei tegen Samuël: ‘Ga niet af op zijn uiterlijk en zijn imposante gestalte. Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar God ziet het hart.’

Niet op uiterlijkheden afgaan, dat doet degene die de profeet Jesaja voor zich ziet, die afstammeling van David. Dan zal het geweld stoppen. Want deze machtige maakt wie kwaad doen onschadelijk ‘met adem van zijn lippen’, zoals Jesaja het beschrijft. Rechtvaardigheid zal bestaan door wat er gezegd wordt. Niet met wapens maar door taal. Het geweld komt hiermee ten einde. Het kwaad wordt gestopt en er komt een tijd van vrede. Jesaja beschrijft dit beeldend door dieren die normaal doodsbang zijn voor elkaar in vrede bij elkaar te doen liggen. Zoals de wolf bijvoorbeeld die rustig ligt bij het lammetje.



O jee, de wolf! Dat is een krachtig beeld van Jesaja, het werkt nog steeds, want wij hebben in Nederland tegenwoordig ook weer te maken met de wolf en soms lijkt het alsof er maar weinig mensen die dat echt vertrouwen. Maar eigenlijk gaat het daar niet over, eigenlijk staan de wolf, de panter, de leeuw, de beer, en de adder, die roofdieren staan model voor wrede, niets ontziende leiders. Zoals je bijvoorbeeld in het Bijbelboek Spreuken kunt lezen: ‘Een goddeloze die een arm volk onderdrukt is als een brullende leeuw, een ziedende beer.’ (28, 15) En later in het tweede deel van de Bijbel kom je dat ook weer tegen als Jezus, als hij zijn leerlingen er op uitstuurt om zelfstandig het goede nieuws te verkondigen, hij hen waarschuwt dat ze uit moeten kijken. ‘Ga maar op weg,’ zegt Jezus, ‘maar bedenk wel: ik zend jullie uit als lammeren onder de wolven.’ (Lukas 10, 3) in de tijd van Jezus was er ook een lied waarin bezongen werd hoe een lam en een leeuw in gevecht met elkaar raakten. U mag raden wie er won. Het was het lam, want het was een lied over David, die de grote Goliath met een slinger en een werpsteen geveld had.

 

Ook in onze cultuur speelt de wolf in verschillende verhalen, vanaf de 11e eeuw heb ik begrepen. Roodkapje is het meest bekend. Ook daarin is de wolf gevaarlijk, maar Roodkapje is ‘m de baas. Ysengrimus is een Latijns dierenverhaal waarin de wolf Isengrim en vos Reynaert de hoofdrol speelden. Ysemgrimus is een eeuw ouder dan het verhaal wat we beter kennen over de Vos Reynaerde. De wolf Isengrim staat in dat oude verhaal symbool voor corrupte monniken, die ten onder gingen aan hun hebzucht. Reynart staat symbool voor de armen, die door de monniken uitgebuit werden. Maar hen uiteindelijk te slim af zijn.  



Als u nu nog even kijkt naar het schilderij dat op de voorkant van uw liturgieblaadje is weergegeven. Het is een werk van Edward Hicks, een naïeve schilder, die leefde in de 19 eeuw in Amerika. Hicks behoorde tot de christelijke religieuze groep van de Quackers. Zij hechten groot belang aan vrede. Op dit schilderij van Hicks zien we allemaal sympathiek uitziende dieren. Hicks maakte dit schilderij met de bedoeling om mee te helpen de boodschap van hoop en vrede van Jesaja verder te verspreiden. Hicks zag het maken van zo’n schilderij ook als een manier om God te eren. God, die aan het werk is om dit visioen te verwerkelijken, al is het alleen maar doordat wij aangemoedigd worden om de hoop niet op te geven, omdat de woorden van het visioen van Jesaja nog niets van hun vreemde kracht hebben verloren. De hoop op een tijd waarin vrede en recht zullen floreren. 

Honderddertig schilderijen zijn van Edward Hicks bewaard gebleven. Het is niet voor niks, dat Hicks ook voor dit onderwerp koos. Van de 130 schilderijen zijn er zestig (!) met dit onderwerp, over dieren die in vrede met elkaar leven. Over kinderen, die zich veilig kunnen weten. Dat Hicks maar liefst zestig schilderijen met dit thema maakte heeft ermee te maken dat hij bezorgd was. In zijn tijd namelijk ontstond er een diepe breuk, een splitsing in de Quackergemeenschap. We begrijpen hoe pijnlijk dit kan zijn. Vandaar dus dat Edward Hick zoveel aandacht heeft gegeven aan juist dit onderwerp. Hicks schilderde zijn overtuiging dat het anders kon. Hicks liet met alle kleuren zien dat de hoop bij hem niet gestorven was, ondanks de bitterheid, die met zo’n breuk samengaat. Op ons schilderij is er nog een detail wat je misschien nog niet goed gezien hebt. Links wat meer op de achtergrond kun je een groepje mensen zien staan. Als je heel goed kijkt zie je dat er ook Native Americans bij zijn, de mensen die door ons meestal Indianen genoemd worden. De toenmalige leider van de Quackers, hij heette William Penn, u kunt dat onthouden omdat de staat Pennsylvania naar hem is genoemd, deze William Penn stond erom bekend dat hij op een vredelievende manier onderhandelde over grond transacties met de oorspronkelijke bewoners van Amerika. Zo, dat kon je dus ook doen in die tijd! En dat kan ook in de onze.    

Vandaag is het voor ons de tweede zondag van Advent. Joke heeft ons hierbij geholpen door de tweede adventskaars aan te steken. Wat betekent dit nu voor ons?



In het evangelie van Matteüs wordt en ander tekst van Jesaja aangehaald. Want in hoofdstuk 40 van het boek van de profeet wordt er een stem opgevoerd die aan het roepen is. Als we naar die stem luisteren dan horen we de oproep om de weg recht te maken voor de Eeuwige. Door in lastig terrein de kuilen wat op te hogen en de verhogingen wat af te vlakken.

In deze tijd wachten we op de komst van de Heer. Wachten op het aanbreken van het feest van het licht. We zullen geduldig moeten zijn. We kunnen niets anders dan wachten tot de Eeuwige zal arriveren in ons bestaan. Maar ondertussen kunnen we wel de weg plaveien, we kunnen wel proberen de weg wat verder klaarmaken. Kom tot inkeer, zegt Johannes de Doper. Want er kan best iets zijn, waarvan u denkt, misschien moet ik daar eens aandacht aan besteden. Aan de kern, aan de essentie, niet aan de franje. Aan het Christuskind, dat geboren zal worden in onze wereld.



Vaclav Havel heeft nagedacht over wat hoop kan betekenen. Ik lees u ten slotte een tekst van zijn hand voor.   



Weg van de hoop



Diep in onszelf dragen we hoop: als dat niet het geval is, is er geen hoop.

Hoop is de kwaliteit van de ziel en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt.

Hoop is niet: voorspellen of vooruit zien. Het is een gerichtheid van de geest,

een gerichtheid van het hart, voorbij de horizon verankerd.

Hoop in deze diepe krachtig betekenis is niet hetzelfde als vreugde omdat alles goed gaat,

of bereidheid je in te zetten voor wat succes heeft.

Hoop is ergens voor werken omdat het goed is, niet alleen omdat het kans van slagen heeft.

Hoop is niet hetzelfde als optimisme, evenmin overtuiging dat iets goed zal aflopen.

Wel de zekerheid dat iets zinvol is afgezien van de afloop, het resultaat.



Jesaja 11, 1 – 10 en Matteüs 3, 1 - 12