Als je denkt: het komt niet goed

28 November 2021 - Preek - Hervormde Gemeente Oost

We weten het niet, maar ik stel het aan u voor om het vandaag eens zo te bekijken: misschien had Zacharias eigenlijk niet zo’n zin om weer naar Jeruzalem te gaan. Het zit namelijk zo: één keer in het half jaar was de groep waartoe de priester Zacharias behoorde aan de beurt om in Jeruzalem de tempeldienst te verrichten. Om een beetje een beeld erbij te krijgen: zo’n tempeldienst duurde een week en bestond er voornamelijk uit de boel in de tempel op orde te brengen, opruim- en schoonmaakwerkzaamheden te verrichten. Daar bestond de tempeldienst uit. Een week lang. Maar Zacharias, dat horden we, is al een oude man, net als zijn vrouw Elisabet, die ook al op leeftijd is. Waarvandaan Zacharias twee keer per jaar naar Jeruzalem moest reizen, dat horen we nu nog niet. Er is wel een aanwijzing. Verderop in het evangelie kun je lezen dat Maria op reis gaat naar een stad in het bergland van Juda om in het huis van Zacharias en Elisabet, om daar haar tante Elisabet daar te begroeten. Het bergland van Juda. Dat is het gebied waar ook Jeruzalem gelegen is. Welke plaats dat is horen we niet, maar er is wel een christelijke traditie van later datum dus die zegt dat het hier om het stadje Ain Karim zou moeten gaan, zo’n 8 kilometer westelijk van Jeruzalem. Tegenwoordig maakt Ein Kerem deel uit van het district Jeruzalem.

Kijk, wat ik probeer is om voor u een beeld te schetsen van de situatie. Natuurlijk, het is een verhaal, maar we zijn ook ergens, we hebben het over een specifiek gebouw, waarin bepaalde werkzaamheden gedaan worden en het gaat om iemand met een naam, een geschiedenis, geportretteerd als iemand die al een heel leven achter zich heeft. Zacharias, is misschien niet helemaal fit meer, maar hij moet wel twee keer per jaar door bergachtig gebied naar Jeruzalem reizen, terwijl hij zijn leven normaal ergens anders heeft. Kunt u het zich voorstellen dat Zacharias misschien niet altijd zo’n zin heeft? Vooral niet omdat hij in gedachten ergens ander me bezig is? Met iets dat hem dwarszit.



Er wordt geloot in de groep priesters om wie welke taak zal gaan verrichten. Zacharias krijgt de taak toebedeeld de heilige ruimte te betreden om daar de as op te ruimen en het altaar te voorzien van nieuw wierook. En het aan te steken. ‘Het reukoffer op te dragen.’ Maar dan. Als hij daarmee in de weer is, vertelt Lucas, is daar opeens een engel van de Heer. Het is onverwacht. De komst van de engel verstoort de werkzaamheden van Zacharias. Er is gebeurt iets waar je niet op gerekend hebt. De engel staat, we gaan nog even verder in ons beeld van de situatie waarin Zacharias beland is, de engel staat aan de rechterkant van het altaar. Zacharias schrikt zich een ongeluk. Een diepe angst overvalt hem. Maar deze engel, zegt Lucas, staat niet aan de linkerkant, maar aan die andere kant, de favoriete rechterkant, wat Zacharias ervan had kunnen overtuigen dat de komst van de engel niets onheilspellends betekende. En het is ook goed nieuws wat de engel hem komt brengen. Goed nieuws, het is de eerste keer dat Lucas dit woord gebruikt, dit van oorsprong Griekse woord dat we in het Nederlands hebben overgenomen: evangelie, goed nieuws, heel goed nieuws.

De engel heeft hier zelfs een naam, Gabriël, een naam die we ook kennen uit het Bijbelboek Daniël, waar de engel aan Daniël verschijnt bij het avondoffer, zoals dat daar genoemd wordt. Waar je de engel overigens nog meer kunt tegenkomen? In de Koran, als Djibriel. Het optreden van een engel was ooit bedoeld om de aanwezigheid van God bij mensen te kunnen beschrijven. Een engel ontmoeten betekent dan dat je een boodschap van God ontvangt. Later onder invloed van de rijkgeschakeerde godenwereld van buurvolken van Israël met hogere en lagere goden, werd ook in Israël een engel steeds meer een iemand, een hemels wezen, waarbij je je ook een gedaante kunt voorstellen. Een engel werd een wezen, met zelfs een naam, precies zoals we Gabriël hier in dit verhaal tegenkomen.



We zijn in het hart van de tempel en kijk, daar staat een engel. Maar ook al is de ontmoeting met de engel grensoverstijgend, nog opvallender is de boodschap van Gabriël. Want het is geen boodschap van grote verhalen. En het gaat ook niet over algemene zaken. De tempel blijkt de plek te zijn waar goddelijke en menselijke wereld elkaar ontmoeten in de menselijke emoties, de vragen en verlangens die ook wij wel kennen. De engel laat Zacheüs weten dat hij niet bang hoeft te zijn. Dat zijn gebed verhoord is. Wat was dat gebed? Ging het over de wereldvrede? Over de bevrijding van Israël van de Romeinen? Over de komst van de Messias? Welnee, het gaat hier over iets veel kleiners, iets persoonlijkers. Je hoeft je niet te schamen voor je eigen zorgen en angsten, wanneer we hier horen dat het gebed van Zacharias betrekking heeft op het gebrek aan perspectief dat zij hadden. Want ze zijn oud, Elisabet en Zacharias en er zijn geen kinderen. Dat is het. Het gaat over een kwestie die hen beiden aangaat. Geen kinderen, waar wel op gehoopt was, en nu zijn ze oud – waar dat in de Bijbel wordt gezegd ontwaakt de verwachting. Waar leef je voor? Wat is je perspektief? Zou er langzamerhand iets kunnen gaan veranderen?



We stuiten hier op een oud motief uit de Bijbel. Je vindt het ook al terug in het eerste testament. Het lukt niet, je denkt: het komt niet goed en dat precies is al de kiem van een verandering die op komst is. Daarbij wordt je geholpen door een engel die je moed in spreekt. Ook al kun je het allemaal nog niet plaatsen. Maar je verlangen wordt erkend. God heeft naar je gebed geluisterd. Het is een kleine geschiedenis van twee oude mensen. Volgende week zondag in Midsland is het een jonge vrouw aan wie de engel Gabriël verschijnt. Zacharias vraagt zich af hoe hij kan weten of het waar is? Maria zal zich afvragen hoe dat dan ooit zal gebeuren? Ja, let maar op, er is altijd iets met problemen en zorgen, waardoor we denken dat het onmogelijk is.



Maar er is iets aan de hand. Misschien zie je het nog niet. En als je wel iets vermoedt, als je wel iets denkt te zien, dénkt te zien – misschien dan zou het zo kunnen zijn dat je nog niet in staat bent om nog iets uit te brengen hierover. Zoals Zacharias die sprakeloos is, als hij buiten de tempel iets zou willen zeggen over wat dar binnen gebeurd is. Ook al lukt het hem nog wel om daar buiten de tempel iets te gebaren. Al gesticulerend maakt Zacharias duidelijk dat er daar binnen iets met hem gebeurd is. Iets wat ook naar buiten toe grote gevolgen kan hebben. En zo leren we dat er Iemand aan het werk is. En soms is er iets wat je daaraan herinnert. In dit verhaal is het een engel die naar je toe. Waardoor je weet dat je in je verlangen erkent wordt. Je hoeft je niet te schamen voor dat verlangen van je. Maar zeg nu zelf: het hoeft toch geen engel te zijn?



Dus laat je hart verwarmen. In deze door Margreet gestofzuigde en met kaarsen verlichte kerk. Verwarmen door het licht van de adventskaars, die door Joke is aangestoken. Open je hart voor de vreugde. Laat je hart verwarmen door de vreugde van dit verhaal, dat op deze eerste adventszondag tot klinken is gebracht door Marieke. Deel het licht met elkaar en wakker het licht aan, als het dreigt uit te gaan. Bescherm het licht. Door het te delen.

Lukas 1, 5 - 25