eigen wijsheid en een goed advies

7 January 2024 - Preek - Hervormde Gemeente Oost

Je moet er aanleg voor hebben. Of erin geschoold zijn. Als je het wilt aanpakken zoals die mensen die uit ons verhaal dat het evangelie van Matteüs vertelt. Zij zijn het die op reis gaan op zoek naar een koning, naar iemand met macht. En nadat ze hem gevonden hadden en hun respect aan hem getoond, maken ze de omgekeerde reis terug naar hun eigen landstreek, maar langs een andere weg. Over die laatste reis, de reis terug, daarover zo meteen. 
Je moet er aanleg voor hebben of erin geschoold zijn, want het zijn sterrenkundigen. Vanuit het Oosten zijn ze op weg gaan, omdat ze een ster aan de hemel gezien hebben. Vanuit hun kunde hebben ze deze ster aangemerkt als de ster van een pasgeboren koning. Er moet iets, zoveel is duidelijk voor hen, dat zagen ze in de sterren, er moet is belangrijks gebeurd zijn. Aan dat laatste, aan de betekenis die ze hechten aan de ster, daaraan kun je zien dat de astronomie toen een net iets ander karakter had dan in onze tijd. In onze tijd zijn geleerden meestal al blij als ze een nieuwe ster ontdekken, omdat het wat kan zeggen bijvoorbeeld over het ontstaan van het heelal. Maar deze wijzen, deze magiërs waren ook geschoold in het speurwerk naar wat kosmische verschijnselen konden betekenen. In de geest van astrologische ideeën uit hun tijd betrekken zij de ster op de geboorte van een nieuwe koning. Om die koning te zoeken komen ze uit in Jeruzalem. Daar komen ze met behulp van een nogal wantrouwige koning Herodes en door de kennis van priesters en schriftgeleerden te weten dat ze niet in Jeruzalem moeten zijn, maar in Bethlehem. Bethlehem, dat is de geboorteplaats van de nieuwe koning, die het pasgeboren kind van Maria blijkt te zijn. 

Een van de mooie dingen van dit verhaal is dat deze wijzen via hun eigen cultuur, met behulp van hun eigen kennis en kunde heel ver kunnen komen bij hun zoektocht naar Jezus. Er is hun een licht opgegaan en ze maken een diepe buiging voor het goddelijke dat ze in Bethlehem zien. Dat goddelijke, dat machtige, dat tot hun eigen diepe verwondering iets heel kleins blijkt te zijn, iets gerings, iets futiels. Ze hadden verwacht in een paleis ontvangen te worden, omdat natuurlijk daar de koning, waarop ze opmerkzaam gemaakt waren door een ster, geboren zou worden. Maar met behulp van de schriftgeleerden ze ontdekken dat het belangrijke dat ze zoeken verborgen zit in een klein hoekje. 

Ook wij zijn in onze tijd, zijn, net zoals die wijzen in hun tijd, ook wij zijn in onze tijd op een bepaalde manier opgegroeid, we zijn naar school gegaan en zijn behept met onze eigen kennis en vooroordelen over de dingen en mensen waar we weinig verstand van hebben. Het is heel moeilijk voor ons om aan onze eigen wijsheid of eigenwijsheid te ontsnappen. Je kunt ook gewoon zeggen dat dat ons niet lukt. Wat we hierbij wel kunnen doen is nooit vergeten om te beseffen dat we niet alles weten en ook niet alles hoeven te weten. Want met dat beetje wijsheid dat wij bezitten kunnen we toch een eind komen. Ik vermoed dat het evangelie van Matteüs dat bedoelt bij het verhaal van de wijzen die met behulp van hun eigen antenne de zoektocht naar Jezus bijna helemaal tot een goed einde weten te brengen. Weliswaar komen zij op die manier, op hun manier niet bij Jezus en niet in Bethlehem. Niet op hun manier. Maar ze komen er wel dicht in de buurt. Met behulp van hún wijsheid komen de magiërs in Jeruzalem. Dat lijkt ook logisch, zeg nu zelf. Een koning, daarvoor moet je natuurlijk in Jeruzalem zijn. Maar dan, met behulp van de wijsheid van de schriftgeleerden, die niet naar de sterren keken, maar in de heilige Schrift, die geschoold waren om de Bijbel te onderzoeken, kwamen de wijzen bij Jezus. Met behulp van de schriftgeleerden en met behulp van de Bijbel. De wijzen uit het Oosten deden kortom niet of ze alles altijd al wisten. Ze dachten ook niet dat ze alles konden of nooit meer wat konden bijleren. De wijzen stonden open voor advies. Advies vanuit een andere traditie. Niet die van de sterren, maar van Tenach, wat wij het oude testament noemen, en wat de Bijbel van Jezus was en wat de Bijbel van het wereldwijde jodendom is van onze dagen. De wijzen maakten dus in zichzelf ruimte voor het nieuwe, waarmee ze kennis maakten: ‘De koning die je normaal verwacht in Jeruzalem, kun je vinden in Bethlehem.’ En ze gingen daarnaartoe en vonden Jezus, voor wie ze knielden. Zoals Jesaja het beschrijft, dat na een lange nacht het ochtendlicht voorzichtig aanbreekt. Of, nog zo’n beeldspraak van Jesaja, zoals je kunt zien dat uit de woestijn een eindeloze rij, een karavaan kamelen komt aanzetten, beladen met wierook en goud. 

Hoe het verder gaat? Toen ze terugkeerden naar hun eigen land, vertelt Matteüs, weken ze af van hun vaste route om langs een andere weg terug te gaan naar hun land. De wijzen hadden ’s nachts een droom gehad, waarin ze gewaarschuwd werden om niet naar Herodes terug te gaan. Die waarschuwing leek dus een beetje op dat hek met ‘verboden toegang’ dat Tinus tegenkwam op zijn rondje. Best verstandige mensen, deze magiërs. 

Zou het voor ons ook nodig zijn om een andere weg in te slaan, na de ontmoeting met Jezus. Omdat je veranderd bent? Vanouds heet een andere weg inslaan een bekering. Dat klinkt nogal heftig en inderdaad, het kan verdraaid moeilijk zijn om van je vaste gewoonten af te wijken. Door die moeite zie je soms niet hoeveel ruimte het kan geven als je, net als de wijzen, open kunt staan voor een andere weg om te gaan of hoeveel ruimte luisteren naar een goed advies je kan geven. Ruimte om te hopen en te vertrouwen op wat je nu nog als het onmogelijke ziet. Want grote kans dat je wel aardig ver komt bij je zoektocht. Terwijl je toch vaak zoekt waar je denkt dat je moet zoeken, terwijl je misschien net ergens anders moet zijn. Net als bij de wijzen zit het vaak in kleine dingen. Als je daarin iets kunt veranderen merk je tot je diepe verwondering hoeveel dat betekent. Zoals je kunt merken als het je lukt om te stoppen met roken of met drinken. Zoals je besluit om vanaf nu niet meer te gaan denken dat alles alleen maar bergafwaarts kan gaan. Dat hoef je niet te denken, omdat het altijd mogelijk is om een andere weg in te slaan. Jeugdigheid kun je dat ook noemen. Jeugdigheid in het geloof, ook al ben je je jeugd allang ontgroeid, die jeugdigheid in het geloof kan blijven. Tijd voor verandering dus. Om je te laten verrassen. Opnieuw beginnen. In de vrijheid van de wijzen uit het Oosten, die niet luisterden naar de koning in Jeruzalem, om op de terugweg bij hem langs te gaan. Ze luisterden wel naar hun dromen en namen de vrijheid om via een andere weg terug te gaan. 

Matteüs 2, 1 – 12 en Jesaja 60 : 1 - 6