Kwetsbaar

22 November 2020 - Preek - Hervormde Gemeente Oost

Waarom kan het afscheid van iemand met wie we ons verbonden voelen zo diep ingrijpend zijn? Het is misschien een vraag naar de bekende weg, maar ik voel op deze zondag toch de behoefte om het zo te zeggen dat we ons niet hoeven te schamen voor het verdriet dat we kunnen hebben. Onze diep-menselijke behoefte om verbindingen aan te gaan met anderen, met mensen die we waarderen, deze natuurlijke behoefte van ons gaat samen met een diepe pijn, die we kunnen voelen wanneer degenen van wie we houden lijden of zelfs van ons weg worden genomen. In onze menselijke ervaring gaan ‘houden van’ en ‘pijnlijk geraakt worden’ samen. Je kunt – om het nog eens anders te zeggen – je kunt jezelf niet toestaan om lief te hebben zonder dat je jezelf op hetzelfde moment kwetsbaar maakt voor ervaring van verdriet en eenzaamheid.  

Het is het allermooiste dat we hebben, de mogelijkheid om jezelf te openen en te gaan zien hoe mooi die ander is, maar dit mooiste wat we kennen kan op hetzelfde moment ervoor zorgen dat we gewond raken. Zo zitten we in elkaar. Het is een fundamentele kwetsbaarheid die ons kenmerkt. Het is een kwetsbaarheid die niet voorbijgaat. Zoals Paulus het noteert in zijn gedicht: de liefde, die zal nooit vergaan. Zou je werkelijk de mogelijkheid om lief te hebben definitief willen inruilen voor de bescherming tegen pijn en verlies? Zou je dat kunnen overwegen? Maar zelfs al zou je willen, zo gecompliceerd als deze menselijke situatie van ons dan ook is, we kunnen die situatie niet veranderen. We kunnen het alleen dragelijker maken door begrip te hebben voor deze ingewikkelde situatie van ons allen. Begrip hebben voor onze eigen pijn. Voor de pijn die we met elkaar delen. Speciaal op deze zondag in de kerk. Als we zachtheid tonen voor elkaars pijn. Begrip hebben voor elkaars verdriet.    

Dit alles raakt ook de pijn aan die we kunnen voelen die niet direct te wijten is aan relaties met anderen. Het is onze kwetsbaarheid voor ziekte, voor ongeluk en voor andere vormen van pijn die een essentieel deel zijn van onze sterfelijkheid. Ook wij kunnen zomaar sterven. Misschien zouden we het ons kunnen proberen voor te stellen: een nettere, schonere wereld, een wereld waarin alle menselijke wezens een van tevoren vastgestelde leeftijd zouden bereiken en dan zouden sterven zonder moeite of angst, om rustig ruimte te maken voor de volgende generatie. Maar ja, ook dat is niet de manier van leven die we kennen. Het is juist de onzekerheid van het bestaan en ons gebrek aan kennis over wat de volgende dag ons zal gaan brengen die onderdeel zijn van de kwetsbaarheid die ons menselijk maakt. Deze gezamenlijke kwetsbaarheid onderkennen we in deze dienst.  

Zo meteen ontsteken we in deze plechtigheid het licht van één kaars aan. Het is het licht van deze kaars dat symbool staat voor iedere naam van al die mensen uit onze gemeenschap van wie we afgelopen jaar afscheid hebben moeten nemen. In dat ene licht van deze kaars zien we alle lichten van al die mensen. Misschien dat jij in het licht van de kaars ook nog iemand ziet van wie je al veel langer afscheid hebt moeten nemen. In dat ene licht kun je alle lichten zien.



Op dit moment geven we aan elkaar onze kwetsbaarheid toe. Delen we met elkaar ons verdriet om wie niet meer onder ons is. Delen we met elkaar de pijn over wat misschien niet gelukt is en niet hersteld kan worden. Onderkennen we elkaars gemengde gevoelens bij alles wat misschien niet goed leek en wat je misschien beter had willen doen. Brengen we ons in herinnering alle dankbaarheid die we kunnen voelen over de tijd die we samen waren met hen die overleden zijn. Proberen we met elkaar te beseffen alle oneindige mogelijkheden die de liefde ons geeft en al gegeven heeft.

We zijn mensen, we dragen met ons mee die lange gemeenschappelijke herinnering, die we onze geschiedenis noemen. We kijken daarbij, om met Paulus te spreken, in een wazige spiegel, We zouden graag helderder zien wat werkelijk telt. We zouden het hoe en waarom wel willen onderkennen en op waarde schatten. We zouden wel willen begrijpen. We knipperen met onze ogen om beter te kunnen zien. Maar ondanks dat wordt het zicht niet scherper. Het enige dat overblijft, we luisteren weer naar Paulus, is alleen het licht van de liefde. Dat licht alleen is het waard onze leidraad te zijn, terwijl we in al onze kwetsbaarheid verder gaan. Want: de liefde zal nooit vergaan, zoals Paulus schreef.

In dit licht gedenken we de mensen die voor ons geborgen blijven in hun naam. Met alle liefde gedenken we hen.