Moed

5 December 2021 - Preek - Hervormde Gemeente Oost

Er werd van opgekeken. Dat de organisatie voor vrouwelijke tennisprofessionals WTA alle toernooien in China, inclusief Hongkong, had opgeschort. Een besluit dat genomen werd omdat het bestuur van deze tennisbond geen verbetering zag in de situatie van de Chinese tennisster Peng Shuai. Peng heeft enige tijd geleden naar buiten gebracht dat ze seksueel misbruikt zou zijn door een voormalige vice-premier van de Chinese volksrepubliek. Het was groot nieuws, dat een tennisbond, met grote financiële belangen in China, zo’n besluit heeft genomen. Het was groot nieuws dat Peng had laten weten seksueel misbruikt te zijn.

Groot nieuws misschien, maar het past helemaal bij dit verhaal van Maria. Het gebeurde in de zesde maand van de zwangerschap van Elisabet, zoals het evangelie van Lucas schrijft. Elisabet, die namelijk tot haar grote verrassing en die van Zacharias, haar man, toch zwanger blijkt te kunnen worden. Zacharias behoort bij een afdeling priesters, die eens in de half jaar dienst doet in de tempel in Jeruzalem. Daar op die plaats had Zacharias een ontmoeting met een engel. Deze Gabriël, zoals de naam van de engel luidde, had Zacharias verteld over de zwangerschap van Elisabet. Zacharias was zich werkelijk een ongeluk geschrokken. Sindsdien had hij geen woord meer kunnen uitbrengen. Na deze episode schrijft Lucas dat God in de zesde maand van de zwangerschap van Elisabet dezelfde engel Gabriël uitzond naar de stad Nazaret. Gabriël komt daar het huis binnen van een meisje dat in ondertrouw was met een man die Jozef heette, een verre afstammeling van David. De naam van het meisje luidt Maria.

Nu moet je opletten. Nazaret is een daadwerkelijk bestaande plaats op aarde. Het is een stad die ook in onze tijd in het noorden van Israël ligt. Het is een bestaande plaats, geen sprookjesstad. Het gaat niet om het kasteel van Doornroosje. Het gaat hier om iets materieels, om iets concreets, iets lijfelijks. Deze plaats. Daar. En daar is Maria. Zij is iemand, zij is een mens, een jonge vrouw. Zij is het die aangesproken wordt: ‘Maria, je zult zwanger worden en een zoon baren en je moet hem Jezus noemen.’ Is Maria aan het dromen? De engel, schrijft Lucas, brengt Maria in elk geval een boodschap van God. Net als Zacharias eerder, schrikt Maria enorm van de woorden van de engel. Ze is geschokt en vraagt zich af wat de engel ermee bedoelt. Maria is hevig overvallen door het bezoek en de woorden van de engel. Maar Maria is ook de mens die deze taak aanvaardt, nadat ze eerst nog een vraag heeft gesteld. Het is een verhelderingsvraag. De vraag luidt als volgt: ‘Hoe? Hoe kan ik zwanger worden, want ik slaap nog niet met een man,’ Maar dan, na het antwoord van Gabriël over de heilige Geest en de kracht van de Allerhoogste, aanvaardt Maria deze taak zonder aarzelen. In het volle verstand zegt ze aan de engel: ‘De Eeuwige wil ik dienen, laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Dat is een ongelofelijk krachtige uitspraak van Maria. Want er is moed voor nodig om ‘draagmoeder’ van de goddelijke belofte te zijn. Er is moed voor nodig om te onthullen dat je seksueel misbruikt bent door iemand met macht. Maria uit Nazaret is iemand die ervoor in wil staan. Ze wil mee zorgdragen voor de toekomst van God.

Morgen is het 6 december, de verjaardag van Sint Nicolaas. Nicolaas is bij leven in de derde eeuw de bisschop van Myra, een plaats in Zuidwest Turkije. Bij ons is Sint Nicolaas de goedheiligman en kindervriend. Voor de stad Amsterdam is Nicolaas ook patroonheilige van de stad. De Nicolaasparochie in Amsterdam heeft, zo heeft u misschien ook wel meegekregen, een verzoek aan de Abdij van Egmond gedaan of zij een relikwie van deze heilige zouden kunnen krijgen. Het zou gaan om een stukje bot uit het geraamte van de bisschop. Heel lang geleden, bijna 1000 jaar geleden kwam het in het bezit van de abdij. Een patholoog heeft het onderzocht en zegt dat het botje een stukje kaak of schouder van een mens kan zijn geweest. En dat het zeker ouder is dan 1000 jaar. Ik wil het graag geloven. Maar eigenlijk gaat niet om het botje, zoals ze in Amsterdam ook weten. Sint Nicolaas staat namelijk voor barmhartigheid. En dat is iets wat we ook in deze tijd heel goed kunnen gebruiken, dachten ze bij de parochie met het kerkgebouw tegenover het Centraal Station in Amsterdam. Want eigenlijk heeft het feest van Sint Nicolaas niets met commercie te maken. Het gaat in essentie over barmhartigheid, rechtvaardigheid en vrijgevigheid. En dan niet in de betekenis van: ‘Kijk mij eens gul zijn.’ Sint Nicolaas leert ons wat eerlijk delen inhoudt: dat het gaat over onze gezamenlijke zorg voor wie zorg nodig heeft. Dat het gaat over licht en verlichting brengen in duisternis. Als kinderen zingen: ‘Gooi wat in mijn schoentje,’ dan moet dat teruggaan op het verhaal waarin Nicolaas ’s nachts tot drie keer toe een geldbuidel naar binnen gooit bij een arm gezin. Daar gaat het over. Heel concreet. Heel materieel. Iets heel lijfelijks. In oude verhalen stonden die schoenen naast het bed. Later stonden de schoenen bij de schoorsteen. Ze stonden bij het rookkanaal dat symbool stond voor de verbinding tussen hemel en aarde. Daar gaat het over. Heel concreet.

Zo meteen, na de preek laat Hermann muziek van The Beatles horen. Let it be, om precies te zijn, geschreven door Paul McCartney. Het lied ontstond in een droom die Paul McCartney in 1968 kreeg. McCartney slipe een nacht onrustig. In een droom die nacht ontmoette hij een kalmerende aanwezigheid vol vertrouwen en moed. Toen hij de volgende morgen wakker werd, herinnerde hij zich de droom. Paul McCartney schreef de herinnering aan deze ontroerende ervaring op.
When I find myself in times of trouble, Mother Mary comes to me/Speaking words of wisdom: Let it be.
Luisteraars hebben deze verschijning altijd weer uitgelegd als een droom over Maria, de moeder van Jezus. Maar voor Paul McCartney was het een droom over zijn moeder. In de droom was hij getroost door zijn eigen moeder, Mary, die ziek geworden was en overleden toen Paul nog maar 14 jaar oud was. “Ik droomde dat ik mijn moeder zag. Ze was toen al zo’n 10 jaar dood,” zoals McCartney later zou vertellen. Hij zei: “Het was fantastisch om haar te zien, want dat is zo geweldig aan dromen: voor even ben je echt weer samen met die persoon; daar is ze en het lijkt alsof jullie allebei fysiek weer samen zijn.
Het was wonderlijk voor me erg geruststellend. In de droom zei m’n moeder: ‘Het komt allemaal goed’. Ik weet niet zeker of ze de woorden ‘Let it Be’ gebruikte, maar dat was wel de kern van haar boodschap. Het was: ‘Maak je niet teveel zorgen, het komt allemaal goed.’” De droom was voor de Beatle een bijzondere ervaring. Die hem stimuleerde om ‘Let It Be’ te schrijven.
Het plotselinge overlijden van Mary was een dreun geweest voor het gezin. Ze was verpleegster. Breed had de familie het niet. “Allebei mijn ouders werkten buiten de deur, en Mam leverde minstens de helft van het gezinsinkomen. ‘s Avonds als ze thuis kwam, ging ze meteen koken, dus we hadden niet zoveel tijd om samen door te brengen. Mijn moeder was gewoon een heel rustgevende aanwezigheid in mijn leven.” Onwetend gehouden over haar ziekte, was McCartney verdoofd door de schok van haar overlijden dat zijn eerste reactie was: “Wat moeten wij nu zonder haar geld?” Het was een uitroep die hem nog jaren zou achtervolgen.
McCartney zou met zijn verdriet om leren gaan door zich helemaal te gooien op het leren gitaarspelen. Dat zou ook de basis vormen voor zijn vriendschap met John Lennon, die zijn eigen moeder nauwelijks twee jaar later zou verliezen bij een verkeersongeluk.
Ondanks de persoonlijke betekenis van het nummer, heeft Paul McCartney laten weten open te staan voor een meer religieuze interpretatie. Hij zegt: “Ik vind het prima als mensen het willen gebruiken om hun geloof te ondersteunen. Ik denk dat het een groot ding is om een vorm van geloof te hebben, in het bijzonder geloof in de wereld waarin we leven.”

Een droom, een verschijning die je helpt om de moed te vinden om met geloof in de wereld te staan. Maria, Peng – die gesteund wordt, Mary. Zoals Maria aan de engel zegt: ‘Laat er met mij gebeuren wat u hebt gezegd.’ Of zoals Paul McCartney zingt: ‘Let it be’.

Lucas 1, 26 - 38